Diary for Welkom aan boord


Flessenpost 34, Galapagos en Frans Polynesië

2012-03-17 to 2012-07-07

Lieve Allemaal,

Bijna vier maanden geleden de laatste flessenpost verstuurd en dat terwijl er zoveel te melden is over onze oversteek van de Zuidelijke Stille Oceaan! Moeilijk om er de tijd, maar vooral de discipline voor te vinden om het aan het toetsenbord toe te vertrouwen.

We zijn nu op een van de Society Eilanden van Frans Polynesië, Bora Bora, ongeveer halverwege die grote plas.

Een paar dagen geleden hebben we Veroni en Dennis op het vliegtuig terug naar Amsterdam gezet, nadat ze twee weken aan boord zijn geweest om te ontstressen van het veeleisende leven op de vaste wal.

We zeilen met hun van Papeete naar Moorea, Huahine, Raiatea, Tahaa en Bora Bora, maken prachtige wandelingen naar hoge uitzichtpunten, we rijden twee eilanden met een auto rond en één op de fiets. We zwemmen door ‘tuinen’ van koraal, drijven tussen sting rays en black tip haaien terwijl ze gevoerd worden en zwemmen op de laatste snorkeltocht samen met drie grote Manta roggen. We zien sensuele Polynesisch dansen op het jaarlijkse Heiva festival. We vangen een vette Big Eye Tonijn waar we dagen sushi en ‘poisson cru’ van eten en we smullen van baguettes met Franse kaas op kleine strandjes.

En we adopteren een zeeschildpad! Een inwoner van Taha’a bekommert zich om het lot van gewonde of in de netten van vissers verstrikt geraakte zeeschildpadden. Na een financiële donatie nemen we een Green Turtle mee aan boord om die op zee vrij te laten, nadat hij geringd is en we hem Rembrandt (vrij naar de Ninja turtles) hebben gedoopt. We hopen dat hij stokoud wordt.

En Veroni en Dennis kunnen er hopelijk weer even tegenaan, ze zien er in ieder geval ontspannen en gebruind uit bij het afscheid.

Op de laatste trip met de kids aan boord heb ik de spinnaker in iets teveel wind opgezet. Het duurt precies anderhalve seconde en dan komt met een knal en vreselijk scheurend geluid het zeil van 125 m2 in stukken weer naar beneden en verdwijnt gedeeltelijk onder de varende boot. Met vereende krachten halen we het doek weer aan boord, maar zoals een paar dagen later bij de zeilmaker blijkt, is het kleurige zeil niet meer te redden en hebben we het ceremonieel in een vuilcontainer achter gelaten.

Yvon had nog boven de wind uit geroepen dat het te hard waaide, maar ik dacht dat het wel kon, te begerig om Veroni dit prachtige lichtweer zeil voor een laatste keer te laten zien. Nou, dat is in ieder geval gelukt! Al met al totaal mijn eigen stomme schuld! Even dreigde er voor mij eenzame opsluiting op water en verschimmeld brood (zeer terecht natuurlijk), maar uiteindelijk heeft ze het me (bijna helemaal) vergeven.

Nu dan een moment om op de voorbije maanden terug te blikken. De vorige mail schreven we na onze Panama Kanaal doortocht en ik pak daar de draad op. We vertrekken uit Panama na nog een laatste ronde verse spullen inslaan en zeilen naar de Los Perlos Eilanden, op 50 mijl afstand voor de kust van Panama. Daar kunnen we echt relaxen na de drukke twee maanden in Panama. We liggen achter verschillende eilandjes, met opvallend veel pelikanen, fregat vogels en meeuwen om ons heen, luid kwetterend, vechtend, plonzend, spetterend en poepend op onze boot.

Maar we zullen toch echt aan die eerste bijna 1000 mijl moeten beginnen, naar de Galapagos Eilanden. Het is van te voren bekend dat er weinig wind zal zijn, toch hebben we ook ruim 30 knopen wind. Juist op dat moment wil de Colombiaanse kustwacht aan boord komen. Gelukkig zien zij in dat het met die golven niet zo verstandig is, dus het blijft bij een babbeltje in gebroken Engels over de marifoon.

Yvon zorgt telkens voor fantastische maaltijden, met heel veel variatie! Met de voorbereiding is zij dan ook zowel vorig jaar op Curaçao als dit jaar in Panama enorm druk geweest. Nu op het ruime sop is het een bijzondere gedachte dat we zeker een half jaar geen boodschappen hoeven doen en eigenlijk nergens hoeven aan te leggen. Althans als de watermaker blijft werken. Dus afhankelijk van de techniek blijven we wel een beetje.

Het is heerlijk om onderweg te zijn en het went erg snel dat je niet meer dan een uur of twee achtereen slaapt. De derde nacht hebben we perfecte wind en een rustige zee. We zeilen prachtig met spinnaker (snik) onder een heldere sterrenhemel in een maanloze nacht. Een paar vallende sterren laten niets meer te wensen over en als er ook nog een school dolfijnen door het fluoriserende water onder de boot voor vuurwerk zorgt, wordt deze macho zeebonk er helemaal emotioneel van, zo mooi is het allemaal! Tja, het leven jakkert voort, maar hoe graag zou je soms bepaalde momenten in een doosje willen doen, om er later nog eens van te genieten.

Naast regelmatig het uitademende geluid van dolfijnen naast de boot zien we ook vier walvissen die voor de boeg oversteken. Overal spuitende fonteinen. Helaas net te laat met de camera.

Uiteindelijk laat de wind het helemaal afweten. Omdat we niet ‘s nachts op de Galapagos willen aankomen zetten we de laatste nacht de motor uit en gaan naar bed! Natuurlijk wel met alle alarmen op scherp. Een aparte ervaring om midden op de oceaan met de stroom meegevoerd te worden terwijl we in elkaars armen liggen te snurken en er niemand wacht loopt. Twee keer schieten we wakker omdat er een alarm afgaat. Begrijp eerst niet wat het is tot ik ontdek dat het afkomstig is van een defecte rookmelder en niet van de radar die een containerschip ziet welke over ons heen dreigt te varen.

Uiteindelijk komen we na precies zeven dagen aan op San Christobal, een van de Galapagos eilanden. Er liggen ongeveer 30 boten en de oceaandeining loopt met lange twee meter hoge golven door de ankerplaats. Wat al meteen opvalt zijn de grote hoeveelheden zeeleeuwen. Je ziet ze, je hoort ze en je ruikt ze!

Elk voordeel hebt z'n nadeel.... onze achterkant is een ideale en gemakkelijke plaats voor de zeeleeuwen om aan boord te komen. Dus krijgen we het advies om flinke barricades op te werpen, indien we de boot een beetje schoon willen houden.

Als we later naar de kant gaan zien we overal zeeleeuwen, op de pier, op straat, op de bankjes voor de toeristen, ze bezetten alle strandjes en je vindt ze zelfs onder geparkeerde auto's, eigenlijk bepalen zij volledig het dorpsbeeld. Ze klimmen onhandig maar uiteindelijk toch wel overal op en onder, daarbij fokken ze ook nog als konijnen... zoveel huilende baby’s. En het hele dorp ruikt naar zeeleeuwenpoe.

De eerste nacht na onze aankomst blijkt dat de anti-zeeleeuwen-verdedigingslinie niet optimaal is. Die nacht jaagt Yvon tot drie keer toe meerdere lawaaierige zeeleeuwen van de boot en ikzelf ook nog eens een keer! Bij het ontwaken wacht een leuke klus, wat ze achterlaten als dank voor het aangenaam verpozen is alleen weg te krijgen met bleekmiddel en zwaar schrobben.

Daarna brengen we nieuwe versterkingen aan en het gaat een paar dagen goed. Maar als we na een week vroeg willen vertrekken voor het volgende eiland Santa Cruz, ligt er een grote jongen zonder gêne pontificaal midden in onze kuip! En hij is het er helemaal niet mee eens dat hij moet verhuizen!

Ik maak twee prachtige duiken via een duikshop, zie naast het 'gewone spul' vele rif haaien, enorme Manta roggen, zeeschildpadden, en als hoogtepunt een school van wel dertig Hamerhoofd haaien. Normaal flink gevaarlijk, maar ze zijn ‘in the mood for love’ en hebben even geen interesse in mensenvlees. Fantastisch! Dit soort natuur kan ik wel waarderen.

We mogen naar drie eilanden in de Galapagos. Voor botenmensen zijn er strenge regels en we hebben nog nooit zoveel flappen neergelegd om ergens te mogen zijn. Maar er is ook massatoerisme, 80.000 bezoekers per jaar op deze kleine eilandjes.

Ons laatste eiland Isabella is het leukst en het minst toeristisch. We fietsen er rond en klimmen naar de op een na grootste krater ter wereld. We zien gigantische landschildpadden die schijnbaar alleen aan sex denken, kleurrijke landleguanen en honderden prehistorisch uitziende zeeleguanen, naast een ongekend aantal vogels, waarvan de blue footed Boobie met, je raad het al, knal blauwe zwempoten onze favoriet is. Ook de zee is barstensvol leven.

De Galapagos, wat zal ik ervan zeggen? Vroeger stuurden ze er gevangenen heen, nu moeten toeristen en zeevarenden diep in de buidel tasten om er te mogen zijn.

Het duurt even voor we de schoonheid en rijkdom van de Galapagos eilanden zien, maar de natuur is wel heel bijzonder. Opvallend is dat de meeste dieren nauwelijks bang zijn voor mensen, je kunt ze heel dicht benaderen.

Maar na ruim drie weken vertrekken we voor de grootste oversteek die we ooit non-stop deden of zullen doen, naar Frans Polynesië, 3000 mijl (5500 km). Frans Polynesië bestaat uit drie eilandgroepen, de Marquises met hoge vulkanische bergen, de Tuamotus met alleen platte atollen welke uit een door een rif omgeven lagoon bestaan, en de Society Eilanden die het allebei hebben, hoge bergen met een lagoon en een rif eromheen. We gaan op weg naar de Marquises Eilanden.

Het is al vaak en door velen gedaan, maar een oversteek van 3000 zeemijlen in je eigen bootje, helemaal alleen met z’n tweetjes, op die onmetelijke oceaan en volledig overgeleverd aan de elementen en wat techniek, maakt je heel klein en kwetsbaar. In een maanloze nacht, terwijl de wind en de zee flink opbouwen, is het moeilijk om niet af en toe te denken aan wat er kan gebeuren als de verstaging het begeeft en de mast naar beneden komt. Of als we op een net onder het wateroppervlak drijvende container knallen. Ik probeer zulke gedachten onmiddellijk de kop in te drukken, maar toch borrelen ze af en toe onwillekeurig naar boven.

En die oversteek van de Galapagos naar de Marquises wordt bepaald niet zoals de boekjes het beschrijven. We hebben de pech dat kort na ons vertrek er zich een groot lagedruk gebied ontwikkelt, wat niet zo vaak voorkomt in deze tijd van het jaar. Daardoor extra vermoeiend met veel pittige regenbuien, erg donkere nachten en meters hoge golven. Alles gaat goed, maar de boot krijgt enorm op z’n donder en het is af en toe erg spannend! Ik heb dan een flinke knoop in mijn maag, Yvon zegt gewoon dat ze bang is. Dus geen steady bakstag passaat wind en lange meelopende zeeën, maar wilde golven en onstabiele wind uit ongeveer alle windrichtingen. Dit betekent eindeloze zeilaanpassingen. Rif in het grootzeil, rif eruit, spinnaker op, spinnaker weg, dan weer de genua om die weer te vervangen voor de screecher. Pas de derde week wordt het zoals het ongeveer moet zijn en komt er wat meer ontspanning.

We zijn een superteam, Yvon houdt zich geweldig en het geeft een heel speciale band om dit zo saampjes te doen in dit onmetelijke waterheelal . Een ervaring die in het geheugen zal worden gegrift.

En voor wie denkt dat er geen leven meer in de oceaan zit...wel... het ontbijt vliegt gewoon vanzelf aan boord, bijna elke ochtend vinden we vliegende vissen en squid op het voordek, op het dak, in de kuip en in de bijboot. Vliegende vis is prima te eten, maar de squid laat grote zwarte inktvlekken achter, dat is dan weer minder. Ik mag even de hengel niet meer gebruiken, de vriezer zit te vol met Mahi Mahi en Wahoo!

Wij zeilen gelijk op met de Alaeris, met Alex en Iris aan boord, een Duitser en Belgische op een Amerikaanse boot, die we op de Galapagos hebben leren kennen en waar we het heel goed mee kunnen vinden. Dagelijks hebben we contact via de korte golf radio. Dat contact met andere levende wezens wordt steeds meer een moment om naar uit te kijken. Even de verschillende stemmingen van de dag uitwisselen om niet het gevoel te krijgen dat de rest van de wereld alleen maar uit kilometers diep water bestaat.

Een oefening in accepteren is tijdens de oversteek dat de gerepareerde generator, die we met veel moeite via Duitsland in Panama weer aan boord kregen, het na een aantal dagen op zee begeeft en tot op heden volledig zwijgend in de motorruimte staat. Maar als ik later van anderen hoor wat er allemaal bij hun kapot ging tijdens de oversteek, dan mogen we blij zijn dat de watermaker het prima doet, de koelkast koelt en de roeren nog aan de boot hangen, de motoren gewoon starten en dat de zeilen nog heel zijn (toen nog wel…).

Ongetwijfeld het meest indrukwekkend van de afgelopen maanden is het moment dat we na bijna drie weken op zee de grillige kliffen en groene vulkanische bergtoppen van Hiva Oa, Marquises, aan de horizon zien verschijnen. De opkomende zon zorgt tussen de buien door voor een dramatisch verlichte achtergrond. Moeilijk om te beschrijven, maar een intens gevoel van voldoening en prestatie maakt zich van ons meester, spoedig gevolgd door weldadige ontspanning en euforie.

We doen de oversteek in een mooie tijd, precies 20 dagen. De meeste boten in die periode doen er rond de 25-30 dagen over, met een uitschieter naar 36 dagen.

Ik vermoed dat we na deze prestatie een enorme roze bril op hebben, maar we vallen van de ene verbazing in de andere, het bestaat echt...het paradijs, allerlei soorten fruit langs de weg gewoon voor het oprapen, de bomen hangen er vol mee! Groen, groen, zo ongelooflijk groen is alles, en het ruikt heerlijk naar bloemen. We dachten alles onder de tropenzon wel zo ongeveer gezien te hebben, maar deze vruchtbare eilanden met zijn ruige bergtoppen zijn een hoofdstuk apart!

We wandelen naar het dorp om in te klaren bij de gendarmerie, wat zeer soepel gaat. Een verademing na Latijns Amerika! En gewoon Frans kunnen spreken, in plaats van stuntelen in het Spaans is ook erg prettig. Het dorp ziet er fleurig, goed onderhouden en schoon uit! Er is geen armoede dankzij subsidies vanuit Frankrijk en de mensen zijn zeer vriendelijk en ontspannen. Veel vrouwen en trouwens ook sommige mannen dragen een Frangipani bloem achter het oor. Alles bij elkaar is het overwhelming en we vinden het heerlijk!

De verschillende eilanden van de Marquises zijn allemaal paradijselijk, met namen als Tahuata, Nuku Hiva en Ua Pou, maar de allermooiste is Fatu Hiva. We liggen in de Baai van de Maagden (Baye de Vierges), maar men zegt dat voor de komst van de katholieke missionarissen het de Baai van de Fallussen heette (Baye de Verges), om zeer duidelijke reden. Zij hebben een stichtelijke ‘i’ aan de naam toegevoegd!

Er zijn vele archeologische sites, met ruines uit de tijd dat de bewoners nog fervente kannibalen waren. Ondanks deze gewoonte leefden hier in de 18e eeuw, toen Cook deze eilanden aandeed, ruim 100.000 mensen. Door Europeanen meegebrachte ziektes bleken uiteindelijk veel dodelijker dan hun lugubere tradities! Vandaag de dag leven op de eilanden ongeveer 7.000 Marquisans.

Al jaren geleden had ik mij voorgenomen om, als we ooit in de Marquises zouden belanden, ik daar een traditionele tattoo zou laten zetten. Alex had hetzelfde idee en zo belanden we samen via via bij de lokale artiest Tematai thuis. Hij heeft geen plaatjes of foto’s van zijn werk en laat zich volledig door het moment en de persoon leiden. We geven een beetje aan wat onze beweegredenen zijn, zoals het belang van de zee voor ons, de oeroude zeilkunst van de Polynesiërs en nog wat vage verwijzingen naar het bovennatuurlijke. Ik laat hoffelijk Alex voorgaan en kijk toe hoe in twee uur tijd een prachtige tattoo ontstaat. Alex heeft als verdoving een flesje rum meegenomen, waar we beiden op gezette tijden flinke slokken van nemen. Het helpt, ik voel helemaal niets! Voor mij is er uiteindelijk die avond geen tijd meer en ik zal de volgende dag samen met Yvon terugkomen. Het wordt weer een heel andere tattoo, maar ik voel me twintig jaar jonger en ben zeer tevreden.

We doorkruisen dit gebied drie weken en moeten dan weer door, het credo voor dit hele seizoen, als we tenminste de 9000 mijl naar Australië voor begin november willen afleggen, het begin van het cycloon seizoen.

De volgende groep eilanden van Frans Polynesië zijn de 77 Tuamotu Eilanden, ongeveer 600 mijl verderop. Volgens Darwin’s theorie over de vorming van atollen zijn dit voormalige riffen die rond een eiland lagen. Het eiland verdwijnt in de loop van miljoenen jaren langzaam in zee, waarbij de groei van de koraalriffen de daling van het eiland net kan bijhouden, waardoor het zijn oorspronkelijke ronde vorm behoudt. Waar ooit het eiland lag ontstaat uiteindelijk een prachtig turkoois blauwe lagoon.

We bezoeken er slechts twee, Ahe en Apataki, omdat we een beetje haast hebben om op tijd in Papeete te zijn, als de kids aankomen. We hebben een super snelle overtocht, lekker weer, goede wind en een bijna volle maan.

Een atol heeft een of meerdere ingangen, waar bijna altijd een sterke stroom staat, afwisselend naar binnen of naar buiten, afhankelijk van het tij, de wind, de golven en de vorm. Dus voor elk atol weer anders en nauwelijks te voorspellen. Ik heb geen idee wat we kunnen verwachten als we ’s ochtends vroeg atol Ahe naar binnen varen. Met beiden motoren vol gas en de zee die om ons heen verandert in een bruisende whirlpool, kruipen we langzaam tegen de stroom in naar binnen, scherp uitkijkend naar onderwater liggende koraalhoofden die korte metten met onze boot zouden maken. Alles gaat goed en dan ineens zijn we in een andere wereld! Geen golven of oceaan deining meer, die breekt om ons heen op het rif. Voor het eerst sinds ons vertrek uit Panama ligt de boot voor anker zo stil als een huis! Het voelt weldadig maar ook onwennig aan.

De sfeer om ons heen is zeer ontspannen, kleine motorbootjes en piroques varen tussen de verschillende motu’s (koraaleilandjes) in de lagoon, waarvan sommige worden bewoond. De huisjes zijn basic, maar over het algemeen verzorgd en de mensen zijn enthousiast en zeer vriendelijk naar ons. We zijn duidelijk 'off the beaten track', hier komen niet veel andere boten of toeristen, er is geen hotelletje, restaurantje of barretje. Wel een winkeltje waar je toiletpapier en overjarige koekjes kunt kopen en wat onduidelijke blikjes. Men leeft, denk ik, van vis en kokosnoot, beiden ruimschoots aanwezig.

De Tuamotus zijn beroemd om hun Black Pearls. We hebben het niet zo met pareltjes, maar tijdens een wandeling over een motu, komt een local ons zwaaiend op zijn driewieler fiets (zeer trendy hier) tegemoet. Een grote forse travestiet geperst in een fel groen fluoriserend minijurkje, met een buik als van een hoogzwangere, biedt ons zwarte parels aan. Hij heeft een zak vol, voor 700$ mogen we de hele zak hebben. We lazen dat het verschrikkelijk illegaal is om buiten het officiële circuit parels te kopen, dus ik was wel geïnteresseerd! Uiteindelijk kocht ik er 10 voor $5 per stuk en kreeg er toen nog 6 als bonus bij. Het is duidelijk dat deze man/vrouw medelijden had met mijn onderhandelingsvaardigheden! Toch blijken ze later in Papeete het twintigvoudige te kosten.

Er zijn trouwens in Frans Polynesië veel mannen die als vrouw worden opgevoed, de Mahu. Je komt ze overal tegen en zijn vrouwelijker dan vrouw. De missionarissen hebben heel hard geprobeerd deze ‘onnatuurlijke zonde’ te stoppen, maar de mahu is nog steeds een zeer geaccepteerd onderdeel van de gemeenschap.

We genieten van de rust, de kleine dorpjes, de vele kleuren blauw van de lagoon, de brekende golven op het rif en de motu’s met witte strandjes en wuivende palmbomen. Maar toch gaan we weer door, op naar de laatste groep eilanden van Frans Polynesië, de Society eilanden, naar het eiland Tahiti, met de hoodstad Papeete, waar Veroni en Dennis zullen aankomen.

Een cultural shock is het na de dun bevolkte eilandjes, 175.000 mensen op een kluitje in Papeete, met files en winkelstraten en supermarkten waar AH nog een puntje aan kan zuigen. Er hangt wel een prijskaartje aan, alles wordt geïmporteerd en is schreeuwend duur! Maar volgens ons is het leven hier prima te doen, behoorlijke welvaart en de natuur is ook hier adembenemend. Wij moeten wel even wennen, maar het is heerlijk om een echte cappuccino te drinken op een Frans terras!

De Society Eilanden voelen aan als een waar vakantiegebied, Bora Bora is voor velen de ultieme honeymoon bestemming. Wij vonden de Marquises het meest oorspronkelijk en interessantst, maar de drie groepen eilanden hebben allen hun eigen unieke sfeer. Dat hebben die Fransen toch maar goed bekeken.

Wij zetten binnenkort zeil naar het veel armere Kingdom of Tonga, 1300 mijl verderop. Maar het is op dit moment geen weer om buiten te spelen, de laatste dagen hebben we veel regen en het waait 30-40 knopen, met vlagen tot 50! Gelukkig liggen we aan een moorringbal, anders zouden we de hele nacht ankerwacht moeten houden. Toch slapen we slecht vanwege het enorme geloei door het want en het wild trekken aan de moorring. Er breekt een boot los van zijn moorring en belandt bijna op het rif, maar moedige medecruisers zorgen voor een goede afloop.

We blijven voor de zekerheid maar aan boord.

Heel veel liefs van Sea of Time,

Yvonne en Maarten